Zeg, Leven, we moeten even praten

Je had me vanalles en nog wat beloofd, Leven. Je beloofde me geluk, succes, beetje roem ook al wist ik niet waarmee, een gezin met de man van mijn leven en ik werd ook 100, Leven. Kunnen we het daar even over hebben, als je je heeeel even vrij kunt maken van het oplijnen van nog meer verrassingen?

Het is menens

Je voelt zeker wel, Leven, dat ik het meen. Je bent me nu al 55 jaar trouw gebleven, ook al was het af en toe meer dun dan dik. Dus ik hou wel van je, je brengt me veel, maar ik heb het idee dat je een beetje van ‘t pad af bent.

We hadden een afspraak, Leven.

Kijk, we hadden een afspraak, een soort raamcontract. We konden niet alles vastleggen, snap ik best, dus we gingen voor de grote lijn. Die van geluk, gezin, gezondheid. En geld, want op een stuk karton zit ik niet lekker. Dat heb je goed gedaan, Leven, we zitten met ons gezin in een prachtig, veilig huis en we moeten afvallen. Jouw verdienste, Leven. En je hebt er recht op dat wij het niet verprutsen. Eerlijk is eerlijk.

Maar Leven, zeg zelf, je hebt hier en daar wel wat zaken gemist. Dan heb ik het niet over de Wereld of Andere Mensen, nee, Leven, dit gaat over jou en mij.

Je weet waar het misging

Je weet waar het misging, Leven, je weet dat we tot op de dag van vandaag verdriet hebben om het kind dat stierf. Je weet, Leven, dat er vanalles om ons heen gebeurt, met mensen van wie we houden. Je weet ook dat toen je even niet zat op te letten, we ineens met Parkinson opgescheept zaten. En bedankt. Hoe zie je dat voor je, had je het idee dat wij dat wel konden? Of ga je nu over de kleine lettertjes beginnen? Oja, ooojaaa! Moet je doen, Leven, moet je vooral doen! Je weet heel goed dat wij geen tijd hadden voor zoiets onzinnigs als kleine lettertjes. Parkinson, daar krijg je kleine lettertjes van omdat je handschrift krimpt, maar dat geldt toch zeker niet voor ons contract?

Leven zegt iets terug

Wat zeg je, Leven? Of ik klaar ben met m’n klacht? Welnee, ik begin pas net. Okey al goed al goed ik luister naar je. He? Geen contract? Hoezo, zitten we hier een beetje in het luchtledige samen te werken?
Het Leven antwoordt: dat contract, meisje, dat heb jij je in je hoofd gehaald. Er is geen contract. Stel je voor, meisje, dat ik met iedereen een contract moest afsluiten over wat-ie wel en niet van me zou krijgen. Dan zat iedereen nog in de wachtkamer van het leven te onderhandelen over ziektes, geluk, geld, vluchteling zijn – uberhaupt leven. Nee meisje, daar hebben we helemaal geen tijd voor. En nee, we doen ook niet in standaardlevens, om het overzichtelijk te houden. Alsof jij dat gewild had, meisje. Dat je verlies moet lijden, met je kind en met je gezondheid, dat stond echt niet in dat denkbeeldige contract van je. Maar meisje, ik blijf wel bij je, want ik ben je Leven.

Ja maar ja maar probeer ik nog terwijl de druppels over mijn wangen rollen.
Ja maar ja maar hoe moet dat dan, Leven?

Het Leven schudt haar hoofd en zegt: dat weet je best, meisje, doe maar gewoon waar je goed in bent, doe maar gewoon wat goed is voor iemand anders. Dat Parkinson is waardeloos, klopt, maar je hebt mij toch nog? Je kunt alle kanten met me op, we hebben geen contract en geen kleine lettertjes. We hebben elkaar.

En het Leven en ik, we gaan op stap.