It takes two

Als er iets groots gebeurt, wil je dat meestal met iemand delen. Je bent geschrokken of blij of verdrietig en dat kan teveel zijn voor één hart.

Negen jaar geleden overleed mijn oma. We vertelden het de kinderen. Zoon van bijna 7 schrok zo dat hij begon te trillen. Even later zei hij: “het ergste is als ze het je vertellen”. Hij had gelijk. Het moment dat je iets hoort, iets groots, gaat dat eerst door je eigen hart. Pas daarna ga je het samen doen.

Ik snapte de zoon wel. Want oma was bijna 102, ze was er ons hele leven geweest, ik had tot mijn 42e een heldere oma. Haar eigen man, mijn opa natuurlijk, werd maar 36. Oorlog, verzet. Meer hoef ik niet te zeggen. De laatste jaren vertelde ze weleens over ‘toen’. Over aanzoeken die ze kreeg na de oorlog. Maar er was er maar één en die had ze verloren. ‘It took two’ om het Nederlandse verzet in de oorlog te helpen leiden. Hoe ga je dan in je uppie verder als de oorlog voorbij is en je kind ook nog sterft?

Eigenlijk weet ik dat niet. Ze was waarschijnlijk dapper en sterk, sowieso, maar ze heeft de rest van haar leven, 73 jaar nog, op die tien, twaalf jaar ‘samen’ moeten teren. It took two to survive, ook al was één van de twee niet meer in het leven. Ze was ook vaak opgewekt, hoe deed ze dat? Hoe nam ze haar beslissingen, hoe tobde ze ‘s nachts alleen in haar bed? Ik weet het niet.

It takes one

Terug naar het nu. It takes one om parkinson te hebben, it takes two om er mee om te gaan. Als ik medicijnen neem, nemen we die niet met het hele gezin in. Een deel doe ik dus alleen. Ik weet alleen zelf hoe het is om de boodschappen niet soepel in de tas te kunnen mikken, ik weet alleen zelf hoe het is om die voet te voelen schuifelen bij het lopen. Dan komt het op mij aan, net als het op oma aankwam. Dat van die boodschappen en die schuifelende voet gaat regelrecht door mijn hart heen. Ik moet dat zelf doen, ik kan dat parkinson niet even aan iemand anders geven, zo van: neem jij vandaag even parkinson, dan kom ik ‘t morgenochtend weer ophalen. Soort van parkinsonpension. Gaat niet. Ik doe het alleen, einzel, alone, toute seule.

It takes two

It takes one om parkinson te hebben, it takes two om verder te gaan. Met wie je ‘two’ bent, weet je niet altijd van te voren. Soms is het je vriendin om de hoek, soms je zoon of dochter, je man of een vriendin met wie je een broodje eet of de vriend die een hand op je schouder legt. Ook al schuifelt de voet van die vriend of vriendin niet, is er ook geen gehannes met sleutels of houterig geroer in een pan. Je vriend of vriendin voelt met je mee en weet waar het hart pijn doet of waar het een blij saltootje maakt. Dat kan je vriend alleen maar weten, als jij het hem laat zien. Dan moet je wel wat overwinnen, want het is niet leuk om te vertellen dat je motoriek zo belabberd is dat je je eigen naam niet meer kunt schrijven. Maar hey, jij hebt dan misschien wel parkinson of kanker of je man is er niet meer, je vriend heeft ook barstjes in het hart.

Barstjes als rimpels in twee handen. Vriendenhanden die elkaar op een bankje onder de kastanjeboom vasthouden. De vruchten plukkend van een leven van vriendschap.

It takes two om de barstjes onder ogen te zien, ze te laten lijmen, zodat je met een beetje meer vertrouwen verder kunt. Je hoeft het niet alleen, einzel, alone en toute seule te doen.