Die zag ik niet aankomen. Stel je komt bij je neuroloog binnen en hij of zij zit er helemaal klaar voor om te horen welke leuke dingen jij doet.
“Zoo, mevrouw Robijn, zeg op, welke leuke dingen heb je gedaan? Wat?!! Maar twee?? In die vier maanden sinds de vorige afspraak? Hm niet zo mooi, wacht, ik bel even de Efteling….ja hallo spreek ik met de Efteling?….ja het is een spoedje…ja ik geef haar en d’r gezin een verwijsbrief…wel met poffertjes en een hotdog ja wat dacht je dan medische noodzaak ja….goed geregeld…tot ziens.”
Neuroloog is doortastend, I like that in a doc.
“Zoo en vertel eens, hoe gaat het met je parkinson? Niet zo fantastisch? Ja nee hier, zo therapietrouw zijn we ook niet he, mevrouw Robijn, met dat werken en alles en dan geen tijd hebben voor de Efteling of voor een kopje thee met een vriendin of voor een beetje rommelen in je huis. Leuke dingen doen is ook therapie mevrouw de parkinsonpatient, je komt er niet mee weg dit keer en nee ik geef je geen hogere dosering levodopa, ga eerst maar naar die Efteling, schuif een dubbele portie poffertjes in je luik en dan kijken we verder. “
Nounou dokter, beetje streng hoor.
Nee. De neuroloog is niet streng. De vrouw, parkinson deskundige, die me de vraag over leuke dingen stelde, was al helemaal niet streng. Ze verheugde zich op het antwoord, voordat ze de vraag stelde. Ze ging uit van het positieve, van levenslust en vrolijkheid. Ze ging er vanuit dat ik leuke dingen doe, dat ik het geluk zoek om parkinson heen, om verdriet heen. Ze gunde me leuke dingen. Ze sprak me aan als mens.
Dankjewel Martha. Jouw vraag ‘Welke leuke dingen doe je’ is de beste vraag die een zorgprofessional kan stellen. En het is de beste vraag die ik mezelf kan stellen.