Wachtkamer. Verboden voor mensen met iets ergs.

mantelzorgDat moeten ze erop zetten. Verboden toegang voor patiënten met een nare, ongeneeslijke ziekte. Op Twitter, op nieuwssites, in de krant en al helemaaaaal op tijdschriften in de wachtkamer.

Want ook de twee meest gelezen damesbladen kunnen een mijnenveld zijn. Die ingezonden brieven! Die kunnen zomaar over jouw ziekte gaan en hoe vreselijk je dan gaat lijden. Je weet al dat je de bladen van patiëntenverenigingen moet laten liggen. Alsof ik wil zien hoe erg het wel niet is en wordt. Brrr nee zeg, ik wil geen reclame voor zo’n elektrische schietstoel voor als ik niet meer zelf kan opstaan.

En ik wil toch helemaal niet lezen dat ik kan meedoen met – ik noem maar iets – een onderzoek onder parkinsonpatiënten naar apathie? Want tja, 30-50% van de patienten krijgt daar last van. Natuurlijk bedenk je meteen dat dat onderzoek vast onzin is, iedereen die je 20 jaar volgt, wordt apathisch. Van dat volgen alleen al. Hm, blijft toch haken, dat apathisch.

Nooit lekker zitten in wachtkamer

Terug naar de wachtkamer. Je zit daar al nooit lekker, of je nou voor een uitslag gaat of niet. Stel, je hebt Parkinson en stel je bent midden veertig, dan zit je meestal in de wachtkamer met andere mensen die Parkinson hebben. Meestal zijn die  gemiddeld 20 jaar ouder dan ik, maar dat terzijde. Je vraagt je af: wat willen wij lezen, zien of horen als we op de neuroloog zitten te wachten? Wil je lezen over de 80 andere aandoeningen, waarvan je niet wist dat ze ook bestonden? Over speciale vakanties op een boot? Over mantelzorg?

Ik wil dat allemaal niet, maar je ontkomt er niet aan. Als je de tijdschriften al kunt negeren, heb je altijd de met punaises vastgeprikte posters nog. Bij elk bezoek zie je ze hangen, boven de tafeltjes met die tijdschriften, Arts & Auto en een of ander paardenblad.

Minder info, meer vrolijkheid

Onze neuroloog is stipt, zelden te laat, dus wij zijn altijd 5 minuten voor de afspraak aanwezig. We hoeven nooit lang te wachten. Dat is fijn, want het verkleint de blootstelling aan voorlichtingsfolders, tijdschriftenspecials over ‘mijn strijd tegen horrorziekte xyz’ en posters met een oude rimpelige hand, waarop een frisse, jonge, zorgende hand rust. En tegen de tijd dat je dan in de spreekkamer zit, zegt de neuroloog: “Je moet het een beetje loslaten.” Ja, dat is een wijze raad, dokter. Maar ik kom net uit de wachtkamer, dus ik moet even bijkomen.

De Minions!

Na afloop van het consult, je inhoudend om niet te gaan rennen, weet je het ineens. De Minions! Dat is het! Doe mij een rijtje laptops, tablets of anders gewoon 1 groot scherm en speel gewoon de nieuwe Minions af. Doe de relevante patiëntenfolders in een goodiebag en ik kan je vertellen: de volgende keer kom je een stuk relaxter de spreekkamer in. Laat die tissues maar zitten.

Mariëtte Robijn (@MarietteRobijn)