Van dichtbij

Van een afstandje is iedereen ongeveer hetzelfde. In China wonen Chinezen en in het bos staan groene bomen en het gras is ook gewoon groen. Een woestijn bestaat uit zand en dat is het dan wel zo’n beetje. Mensen met parkinson hebben allemaal parkinson en ze zijn met z’n miljoenen.

Ze hebben allemaal te weinig dopamine en ze balen er allemaal van en bij bijna iedereen zie je het op een gegeven moment vrij goed. Ze zijn allemaal op zoek naar genezing en ze twijfelen allemaal of dat wel gaat lukken met die genezing. Ze hopen er wel allemaal op. Ik ben dus precies zo als die miljoenen andere mensen met parkinson. Zo van een afstandje bekeken dan.

Alhoewel het bij mij wel ietsje anders verloopt dan bij iemand die ik ken die ook parkinson heeft. Bij mij is het ook anders dan bij die ene bekende Amerikaan met parkinson, maar die was ook veel jonger en een man en beroemd en alles en hij gaat er ook anders mee om. Hij heeft ook ander werk en andere kinderen.

Hij’s en Zij’s

Ik zie af en toe mensen met parkinson die ik niet ken, dan denk ik: zou ik ook zo zijn, nu of straks of ooit? De neuroloog vertelt ook weleens over mensen met parkinson, die ook vrij stabiel zijn, net als ik.

Ik zie vaak mensen met parkinson die ik inmiddels vrij goed ken.

Zij kan toch nog dansen, samen in de slappe lach.

Hij is serieus en ondeugend, strak in de spieren, los in de humor.

Hij is een opa, leert zijn kleinkinderen fietsen

Hij is de oudste, was ooit vriend van mijn vader.

Zij houdt van goud en van glitter en grappen.

Hij heeft zijn haar altijd strak in de gel, is dol op zijn gezin.

Zij is badmintonner en geniet van haar volwassen kleindochters.

Zij is wetenschapper, onthoudt alles exact.

Hij is groot, slaat de storm van ons af.

Hij geeft commando’s, met humor en zorg

Hij’s en Zij’s met parkinson

Bijna al deze hij’s en zij’s hebben parkinson, net als miljoenen andere hij’s en zij’s.
Als ik ze zie, denk ik niet: oh, die hebben zeker parkinson erg zeg sneu.
Als ik ze zie, denk ik wel: hey, daar is zij, daar is hij, leuk zij is er ook, hij ook en zij en hij, oh gelukkig die grote ook – blij je te zien.
Als je van dichtbij kijkt, zie je geen parkinson, ook al staan de pillen soms naast de koffie.
Als je van dichtbij kijkt, dan zie je je vrienden. Met struggles en al.