Ja of Nee

Bijna elk jaar naar Bloemendaal, op 4 mei, naar het graf van opa, Hilbert van Dijk. Op 16 juli 1944 in de duinen gefusilleerd, samen met de jongens Post en nog een paar jonge mannen. Tot 2008 kon ik oma nog bellen als ik bij het graf stond. Ze is bijna 102 geworden.

Zij was samen met haar man dapper, extreem dapper in het verzet.  Als je meeloopt  in de stille tocht door de duinen naar de ‘Eerebegraafplaats’ en een beetje rillerig bij het graf staat, dan lijkt het net alsof je ook een beetje dapper bent. Niet dat het voor ons zo moeilijk is. Je tuft er in je auto op je gemakje heen, muziekje aan, repie chocola d’r bij. Pompidom, kijken wie er dit jaar zijn. Da’s dus wel ietsie anders dan wat opa deed. Niks chocola, ook al was hij banketbakker in Kampen. En niks gezin; die zaten thuis in angst, verstopten wapens in ’t wiegje van broertje.

 

Verzetsverhalen

Opa zei Nee tegen de angst, tegen het kwaad. Juli 1944. Verraad bij de Weteringschans, executie in de duinen. En dan nóg Nee zeggen. Zelfs geen Ja tegen je eigen leven. Já zeggen tegen het leven van een ander. Wie doet ’t hem na?
Weet je wat er op zijn grafsteen staat? “En niemand kan ze rukken uit de hand mijns Vaders.”